SDC315 Lintzaag Bedieningshandleiding
Speciale beschrijving
Alvorens de machine te gebruiken, moet iedereen deze beschrijving aandachtig lezen en goed bewaren om de veiligheid van de uitrusting en de bediener en die van anderen te garanderen.
2.1 Deze machine wordt gebruikt voor het snijden van buizen gemaakt van PE, PP en PVDF en kan niet worden gebruikt voor het snijden van materialen zonder beschrijving;Anders kan de machine beschadigd raken of een ongeluk veroorzaken.
2.2 Gebruik de machine niet op een plaats met potentieel explosiegevaar
2.3 De machine moet worden bediend door verantwoordelijk, gekwalificeerd en opgeleid personeel.
2.4De machine moet op een droge plaats worden gebruikt.De beschermende maatregelen moeten worden genomen als het apparaat wordt gebruikt in de regen of op natte grond.
2.5 Het ingangsvermogen ligt binnen 380V±10%, 50 Hz.Als een uitgebreide invoerlijn wordt gebruikt, moet de lijn voldoende leadsectie hebben.
2.6 Vul hydraulische olie (N46 ISO3448) in de tank vóór het eerste gebruik.Het olievolume moet ongeveer 2/3 van de tank bedragen.
Veiligheid
De volgende merken zijnaangebrachtnaar de machine.
3.2.Voorzorgsmaatregelen voor de veiligheid
Bij het bedienen van de machine moeten de instructie- en veiligheidsregels zorgvuldig worden nageleefd.
3.2.1 De operator moet opgeleid en bekwaam personeel zijn.
3.2.2 Inspecteer en onderhoud de machine jaarlijks volledig op de veiligheid en betrouwbaarheid van de machine.
3.2.3 Stroom: de elektriciteitsverdeelkast moet een aardlekschakelaar hebben met de relevante elektriciteitsveiligheidsnorm.
Aarding: De hele locatie moet dezelfde aarddraad hebben en het aardverbindingssysteem moet worden afgewerkt en getest door professionele mensen.
3.2.4 Opslag van de machine:
Voor de minimale gevaren moet alle apparatuur als volgt worden bediend:
※ Raak de elektroforeonderdelen niet aan
※ Verbied het loskoppelen van de kabel
※ Plaats geen zware of scherpe voorwerpen op de kabels en controleer de temperatuur van de kabel binnen de limiettemperatuur (70℃)
※ Werk niet in een natte omgeving.Controleer of de groef en schoenen droog zijn.
※ Spat niet op de machine
3.2.5 Controleer periodiek de isolatieconditie van de machine
※ Controleer de isolatie van kabels, vooral de geëxtrudeerde punten
※ Gebruik de machine niet onder extreme omstandigheden.
※ Controleer minimaal per maand of de aardlekschakelaar goed werkt.
※ Controleer de aarding van de machine door gekwalificeerd personeel
3.2.6 Maak de machine zorgvuldig schoon
※Gebruik geen materialen die de isolatie gemakkelijk beschadigen (zoals gas, schuurmiddelen en andere oplosmiddelen)
※De stroom moet worden uitgeschakeld als de taak is voltooid.
Als u alleen het bovengenoemde volgt, kan de voorzorgsmaatregel goed werken.
3.2.7NOODSTOP
Mocht er zich een onverwachte status voordoen, druk dan onmiddellijk op “EMERGENCY STOP” om de machine te stoppen.Nadat u de problemen heeft opgelost, draait u de NOODSTOP rechtsom om de machine opnieuw te starten.
3.2.8 Dichtheid van onderdelen:Controleer of de leidingen correct en stevig vastzitten.Zorg ervoor dat deze niet naar beneden kan glijden, waardoor de gebruiker gewond raakt
3.2.9 Personeelveiligheid tijdens het werken
Verwijder sieraden en ringen en draag geen loszittende kleding. Vermijd het dragen van schoenveters, lange snorren of lang haar dat in de machine kan worden gehaakt.
3.2.10Houd de site schoon en netjesy
Een drukke, vuile en modderige locatie is niet bevorderlijk voor het werken, dus het is belangrijk om de locatie schoon en netjes te houden.
3.2.11 Ongetrainde personen mogen nooit de machine bedienen.
3.3 Potentiële gevaren
3.3.1 Lintzaag
Deze machine mag alleen worden bediend door professionele personen of opgeleid personeel, anders kunnen er ongewenste ongelukken ontstaan.
3.3.2 Zaagblad
Raak het draaiende zaagblad nooit aan, omdat dit letsel kan veroorzaken
3.3.3 Snijden
Voordat u gaat zagen, moet u het zand buiten de pijpen en andere tocht die tijdens het transport in de pijpen kraait, verwijderen.Dit kan ongewenste schade aan het zaagblad of andere ongelukken voorkomen
Toepasselijk bereik en technische parameter
Type | SDC-315 |
Materialen om te snijden | PE, PP, PVDF |
Max.Snijcapaciteit | 315 mm |
Snijhoek | 0°~67,5° |
Onnauwkeurigheid van de hoek | ≤1° |
Lijnsnelheid van het zaagblad | 230 m/min |
Omgevingstemperatuur | -5~45℃ |
Stroomvoorziening | ~380 V±10% |
Frequentie | 50 Hz |
Totale stroom | 5A |
Totale kracht | 3,7 kW |
Rijmotor | 2,2 kW |
Hydraulische unitmotor | 1,5 kW |
Isolatieweerstand | >1MΩ |
Max.hydraulische druk | 6 MPa |
Totaal gewicht (kg) | 1100 |
Beschrijvingen
De lintzaag kan worden gebruikt om PE-buizen volgens de ingestelde hoek te zagen bij het maken van ellebogen, T-stukken en kruisen, zodat de machine kenmerken heeft van een hoge werkefficiëntie en een hoge benuttingsgraad van de materialen.
5.1 Beschrijving van de onderdelen
1. waarschuwingsapparaat | 2. spanwiel | 3. hoekschaal | 4. schakelkast |
5. niveauregelaar | 6. Zitting van 67,5° | 7. apparaat repareren | 8. zaagdoos |
5.2 Bedieningspaneel
1. Voltmeter | 2. Lijnsnelheidsindicator | 3. voedingsindicator | 4. Bedrijfsindicator |
5. Jog met de klok mee | 6. Sta op | 7. Zoemer | 8. Alarmstop |
9. Noodstop | 10. Voedingssnelheidsregelaar | 11. Opnieuw instellen | 12. Langzaam vallen |
13. Val snel | 14. Jog tegen de klok in | 15. Lintzaagschakelaar | 16. Werkindicator oliepomp |
Installatie
6.1 Hijsen en installeren
6.1.1 Als tijdens de installatie een vorkheftruck wordt gebruikt, steek de vork dan voorzichtig vanaf de onderkant van de machine in om beschadiging van de olieslang of het circuit te voorkomen.
6.1.2 Bij het plaatsen van de machine dient de machine stabiel en waterpas gehouden te worden door de niveauregelaar aan te passen
6.1.3 Deze standaardmachine kan een hoek van 0~67,5° snijden. Als een hoek binnen 45° vereist is, moet de zitting van 67,5° worden verwijderd voordat u gaat werken
Operatie
7.1 Starten
7.1.1 Schakel de machine in en de stroomindicator moet branden (zo niet, dan is de verbinding verkeerd).
7.2 Testen van de op en neer bewegende zaagkast door aan de toevoersnelheidsregelaar rechts op het bedieningspaneel te draaien.
7.3 Druk op de knop “jog met de klok mee” en “jog tegen de klok in” om de looprichting van het zaagblad te controleren.Als het in de verkeerde richting draait, wissel dan de verbinding uit tussen twee stroomvoerende draden die op de voeding zijn aangesloten.
7.4Snijbewerking
7.4.1 Draai de hoekborgschroef los, duw de zaagbladkast met de handen in de gewenste hoek (volgens de vereiste hoek) en draai de hoekborgschroef vast.
7.4.2 Breng de zaagbladkast omhoog tot een hoogte (bepaald door de diameter van de te zagen buis) om ervoor te zorgen dat de zaagtand zich boven de buizen bevindt.
7.4.3 Plaats de snijbuis op de werktafel, pas de snijpositie aan en bevestig de buis met een nylon riem door middel van een vergrendeling.
7.4.4 Start het zaagblad. Wanneer het zaagblad de gespecificeerde snelheid bereikt (de bedrijfsindicator gaat branden), draai dan aan de toevoersnelheidsregelaar om de zaagkast langzaam te laten vallen.De valsnelheid moet worden geregeld op basis van de buisdiameter en -dikte.
7.4.5 Wanneer het zagen klaar is, houd dan de afgesneden buis vast om te voorkomen dat het zaagblad geblokkeerd raakt.
7.4.6 Druk op de noodknop als er een abnormaliteit optreedt tijdens het snijden.Nadat u de problemen hebt opgelost, draait u de NOODSTOP rechtsom om de machine opnieuw te starten.
7.4.7 Het zaagblad stopt automatisch wanneer het de onderste eindpositie bereikt
7.4.8 Bij het beëindigen van het zagen Verwijder de afgesneden buis en zaag opnieuw.
7.4.9 Deze standaardmachine kan een hoek van 0~67,5° snijden. Als een hoek binnen 45° vereist is, moet de 67,5°-zitting worden verwijderd voordat aan de buizen wordt gewerkt, zoals hieronder weergegeven:
Voorzichtigheid:
1) Zet de machine binnen 30 minuten opnieuw aan nadat u de stroom hebt uitgeschakeld om de omvormer te beschermen.
2) De hele machine moet geaard zijn om de veiligheid te garanderen
3) De controle en het onderhoud van de elektrische componenten moeten door een professionele persoon worden uitgevoerd
Storingen en oplossingen
Gebruik bijgevoegd gereedschap, reserveonderdelen of ander gereedschap met een veiligheidscertificaat terwijl u onderdelen onderhoudt of vervangt.Gereedschappen en reserveonderdelen zonder veiligheidscertificaat mogen niet worden gebruikt.
Tabel.1 Mechanische storing
Item | Beschrijving | Analyse | Oplossingen |
1 | Bandzaagblad zit vast | 1. De hoek van de draaistoel is niet goed vergrendeld. 2. Het lintzaagblad is niet strak gespannen. 3. Het zaagblad loopt te langzaam of het zaagblad valt te snel naar beneden | 1. Bevestig de hoekvergrendeling. 2. Regel de spanrol om het lintzaagblad te spannen. 3. Verlaag de valsnelheid en stel de lijnsnelheid van het zaagblad hoog in. |
2 | Bandzaagblad druppels | 1. Zaagbladhouders zijn niet goed afgesteld. 2. Het lintzaagblad is niet gespannen. 3. Zaagbladwiel zit los. 4. De kern van het overstroomventiel is geblokkeerd | 1. Stel de zaagbladhouder af om het lintzaagblad in de optimale positie te fixeren. 2. Stel de spanrol af om het lintzaagblad te spannen. 3. Zet het zaagbladwiel stevig vast. 4. reinig de kern van het overstortventiel |
Tabel.2 Storingen in het hydraulisch systeem
Item | Beschrijving | Oorzaken | Oplossingen |
1 | De motor van de oliepomp werkt niet | 1. Schakelaar is niet gesloten 2. Interne lijnen zijn losgekoppeld 3. De motor is defect. | 1. Controleer de schakelaar; 2. Controleer de aansluiting of stekker. 3. Inspecteer en repareer de motor. |
2 | Geen druk in het systeem en hard geluid in de pomp | 1. Draairichting van de oliepompmotor is niet correct; 2. Koppeling van motor en oliepomp is losgekoppeld 3. Olie is onvoldoende of te vuil. | 1. Het moet tegen de klok in draaien; 2. Controleer de koppeling; 3. Vul of ververs de olie; |
3 | De hefsnelheid van de hoofdcilinder is te snel of te langzaam | 1. Systeemdruk is te hoog of te laag; 2. De gasklep is niet goed afgesteld; 3. De regelbare wangklep is niet goed afgesteld. | 1. Pas de systeemdruk aan; 2. Stel de gasklep af; 3. Stel de enkelrichtingsklep af. |
4 | De druk kan niet hoger worden ingesteld of de drukschommelingen zijn te groot | 1. De kern van het overstroomventiel is geblokkeerd 2. Oliefilter is verstopt. 3. De kern van het overstroomventiel is geblokkeerd | 1. Koppel de overstroomklep los en was of vervang deze 2. Was het oliefilter. 3. Demonteer en reinig de kern van het overstroomventiel. |
Diagram van circuit en hydraulische eenheid
9.1 Schakelschema (verwijzing naar bijlage)
9.2 Schema hydraulische unit (verwijzing naar bijlage)